Augustus 1941, een geheimzinnige stof bedekte het havenwater. Het water in Egypte veranderde in bloed, maar rond Urk kleurde het water groen. Een vettige groene laag, die ook nog behoorlijk stonk. Op Urk hield men de adem in.
De laag drab bevat dode muggen, larven en ook veel kleine dode visjes. Dokter Vonk bestudeert de laag onder de microscoop. Zijn het dierlijke resten of is het plantaardig? En de belangrijkste vraag: Is het gevaarlijk voor de gezondheid. Pootje baden is in ieder geval niet meer mogelijk. Enkele zwemmers moesten een schoon stukje water opzoeken om lijf en badkleding zo goed mogelijk te reinigen.
In het water drijven daarna al snel dode vissen, die nog meer stank veroorzaken. Het Gemeentelijk Biologisch Laboratorium in Amsterdam doet onderzoek en weet het mysterie al snel te ontrafelen. Een microscopisch blauwwiertje blijkt de oorzaak te zijn van de groene substantie op het water. De langdurige warme periode is debet aan de groei van deze alg, die daarna al snel afsterft. De zuurstof wordt plaatselijk weggenomen uit het water en dit zorgt weer voor de sterfte van vis. Een gunstige wind zorgde daarna al snel dat deze plaag verdween. Heden ten dage is de melding van blauwalg in ons oppervlaktewater een vaak terugkerend alarm dat betekent dat het afgeraden wordt om hierin te zwemmen.