Al in 1939 werden de Urker mannen, geboren tussen 1904 en 1920, opgeroepen voor militaire dienst. Ook worden de eerste beperkingen opgelegd aan de Urker vloot.
De eerste drie Duitsers bereikten Urk op 13 mei. Twee dagen later werd het dorp permanent bezet. In Hotel Woudenberg huisvesten 20 Duitsers. Een tweede divisie volgde al snel. In de haven lagen twee Duitse schepen. De Wasserpolizei kwam af en toe voor razzia.
De Urker Luchtwacht speurde de luchten af naar illegale toestellen. Er werd gerapporteerd aan Zwolle, waar het afweergeschut stond opgesteld. De Duitsers leefden op Urk, zij zochten dus ook contact met de bevolking. Sommige hielpen de bevolking met aardappels schillen, anderen deelden speelgoed uit. Dit werd de kinderen natuurlijk snel weer afhandig gemaakt.
Het dagelijks leven
In eerste instantie veranderde niet veel voor de Urker bevolking tijdens de bezetting. De mannen bleven vissen en de vrouwen hielden zich bezig met het huishouden. Het duurde echter niet lang voordat ook op Urk de situatie voelbaar werd.
De levensmiddelen kwamen ‘op de bon’ en veel gebruikelijke producten werden vervangen door een surrogaat; bijvoorbeeld koffie, zeep en tabak. Voor schaarse producten werden oplossingen gezocht. Zo werd bijvoorbeeld bij het tekort aan brandhout het palenscherm afgebroken om de kachel te laten branden en de woningen te verwarmen.
Ook kreeg de Urker bevolking te maken met verschillende restricties; het luisteren naar Radio Oranje, het uithangen van de Nederlandse vlag en de instelling van de avondklok.
Door de creativiteit van de Urker bevolking kon toch omgegaan worden met de verboden die opgelegd werden; op wasdag werd de kleding in volgorde van de Nederlandse vlag buiten gehangen, illegale kranten werden gedrukt en Engelse liedjes werden op school stiekem ingestudeerd ter voorbereiding op de mogelijke bevrijding. Ook bij de Luchtwacht waren leden van het Urker verzet om zo neergekomen piloten uit handen van Duitse krijsgevangenschap te houden.
Bevrijding
De eerste Canadese bevrijders kwamen op 20 april op Urk. Door heel Urk werd de Nederlandse vlag gehesen. De bevolking kwam samen en vierde feest; het Wilhelmus werd gezongen, ‘Leve Oranje’ werd op de straten gekrijt en de Duitse vlaggen werden in brand gestoken.
Ook op Urk heeft de bezetting grote impact gehad, tot na de bevrijding. Botters waren verloren gegaan, vliegers bleven aanspoelen en niet alle plaatsgenoten keerden terug naar het dorp.